De hoogte instellen van loophulpmiddelen: een sleutelfactor voor effectiviteit

In de video hierboven zien we een demonstratie met drie verschillende loophulpmiddelen: een Weeleo® eenhandige rollator, een gewone rollator en een wandelstok. Voor elk hulpmiddel worden twee handgreephoogtes getest: een lage en een hoge positie.

Deze demonstratie benadrukt een vaak onderschat punt: de juiste hoogte-instelling van een loophulpmiddel bepaalt de effectiviteit… en de veiligheid van de patiënt.

Waarom de hoogte van een loophulpmiddel instellen?

Loophulpmiddelen hebben twee hoofdfuncties:

1. De belasting verlichten, door een gewricht te ontlasten of spierzwakte te compenseren.
2. De steunbasis vergroten, oftewel de stabiliteit en balans van de patiënt verbeteren.

In de praktijk is een optimale instelling vaak een compromis tussen deze twee doelen, rekening houdend met de specifieke behoeften van elke persoon.

Instelling in lage positie: verlichten, compenseren

Een lage instelling van het loophulpmiddel zorgt voor een stevige en effectieve steun om:

• De belasting op een pijnlijk of herstellend been te verminderen.
• De beweging te begeleiden door het hulpmiddel dicht bij het lichaam te houden, onder het zwaartepunt.

Gebruikelijke instelling: arm langs het lichaam, handgreep op polshoogte.

Beperkingen: deze instelling kan voorwaartse buiging van de romp bevorderen bij een rollator, of zijwaartse buiging bij een wandelstok of eenzijdige rollator zoals de Wheeleo®. Deze compensaties kunnen de vloeiendheid van het lopen belemmeren.

Voorbeelden van gebruik in lage positie:

• Kruk voor een verstuikte enkel
• Looprek na orthopedische chirurgie
• Hemiplegische patiënt in het begin van de revalidatie

Instelling in hoge positie: stabiliseren, beveiligen

Een hoger geplaatste handgreep laat het loophulpmiddel verder van het lichaam af komen (naar voren of opzij), wat:

• De steunbasis vergroot
• Actieve stabilisatie biedt zonder noodzakelijkerwijs sterke steun te vereisen
• Een meer verticale lichaamshouding bevordert, dichter bij een fysiologische loopbeweging

Aanbevolen instelling: handgreep hoger dan de pols, tot ellebooghoogte als balans de prioriteit is.

Voorbeelden van gebruik in hoge positie:

• Hemiparetische patiënt in gevorderde revalidatiefase met een Wheeleo®
• Oudere persoon die een rollator gebruikt voor balans
• Wandelaar met wandelstokken

Welke progressiestrategie kun je aannemen?

Een van de doelen van revalidatie is vaak om het loophulpmiddel geleidelijk af te bouwen, door over te gaan:

• Van compenserende steun (lage positie, ontlastend)
• Naar stabiliserende steun (hoge positie, bevorderend voor dynamische balans)
• En dan naar zelfstandig lopen zonder hulp

Dit vereist regelmatige aanpassing van de handgreephoogte om de vooruitgang van de patiënt en de ontwikkeling van zijn capaciteiten te volgen.

Om te onthouden

De juiste instelling van een loophulpmiddel hangt af van verschillende parameters:

• De therapeutische doelen: verlichten, stabiliseren, of beide
• De lichaamsbouw van de patiënt
• Het type loophulpmiddel dat wordt gebruikt
• Het revalidatiestadium of de functionele situatie

Er bestaat dus geen universele instelling, maar een veelheid aan combinaties om aan te passen.

En jij?

Hoe stel jij loophulpmiddelen in in jouw praktijk?
Heb je de impact opgemerkt van een simpele hoogteverandering op de houding of vloeiendheid van het lopen?
Je feedback is welkom!